De zorgsector is de afgelopen jaren volop aan veranderingen onderhevig, zowel voor de cliënt als de zorgverlener en zorgbedrijven. Nederland vergrijst en er is een forse stijging van de zorguitgaven. De arbeidsmarkt voor zorgprofessionals is veranderd. Er is sprake van een enorm tekort aan zorgmedewerkers. Volgens de nieuwste cijfers is het huidige tekort 80.000 en mogelijk komt dit zelfs met de huidige ingezette instrumenten, waaronder het vergroten van de instroom in het zorgonderwijs, in 2022 niet onder de 55.000.Diverse factoren spelen een rol bij het personeelstekort in de zorg. Enkelen zijn werkdruk, geen professionele ontwikkeling, onvoldoende flexibiliteit, hoge administratieve werklast, onvoldoende werksfeer.
Overgangsregeling Wet BIG II
In plaats van dat de overheid meedenkt hoe deze factoren te elimineren, wordt er een nieuwe factor toegevoegd via de Commissie Meurs zijnde een nieuwe overgangsregeling voor verpleegkundigen: de Wet BIG II. BIG II registratie houdt in dat er kwalitatief duidelijk onderscheid wordt aangebracht tussen HBO en MBO niveau verpleegkundigen. Op zich prima voorstel om de functieniveaus beter te beschrijven. Beroepstitel “verpleegkundige” voor MBO-V opgeleide en “regieverpleegkundige” voor HBO-V opgeleide. Tot zover is een ieder tevreden. De discussie gaat voor een groot deel over de positie van de in-service en MBO-opgeleide verpleegkundigen die zich de afgelopen 15-20 jaar in de praktijk verder gespecialiseerd hebben. Zij maken zich terecht zorgen over hun positie MBO of HBO en voorzien in de praktijk een degradatie van hun functie. Zij moeten straks een verkorte HBO-V van 18 maanden volgen. Dit is dan de waardering die zij krijgen voor hun inzet en betrokkenheid. Ja, ook ik zou pis zijn en de zorgsector de rug toekeren. Hoe wil de overheid waarborgen dat de enorme personeelstekorten niet nog meer oplopen?
Argumenten BIG II
Het argument voor de introductie van de Wet BIG II is dat de zorgvraag complexer wordt, de technische mogelijkheden enorm gegroeid zijn en er meer kennis nodig is. Laten we nagaan in hoeverre dit correct is.
- De zorgvraag complexer? Nee, wel anders. Dit is ook logisch want de samenleving verandert en de behoeften zijn anders. Mensen worden in staat gesteld om – waar nodig met ondersteuning en zorg – zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Zorg en ondersteuning wordendichtbij de cliëntgeorganiseerd. Aanvullende professionele zorg is beschikbaar als maatwerk en formele en informele zorgverleners moeten beter met elkaar samenwerken. En aangezien we als overheid ons mond vol hebben over wendbare organisaties dan is hier toch niks complex aan.
- De technische mogelijkheden zijn inderdaad enorm gegroeid. En dat kan ook niet anders willen we meedeinen met technologische innovaties. Anders zag ons zorglandschap er nog steeds uit als 10 jaar geleden. Oeps, volgens mij is dat ook nog steeds zo. De afgelopen jaren is de inrichting van het zorglandschap niet echt aangepast. Innovaties zijn ons voorbij gestreefd. En daardoor zijn zaken ook verergerd. Bekijk het als een printplaat. Deze kun je updaten zo vaak je wilt. Maar op een gegeven moment kan er niet meer geupdate worden omdat de technologie veranderd is. Dan wordt het tijd de printplaat te vervangen. Gebeurt dat niet dan ontstaan er storingen, oponthoud etc. en een gevoel van moeilijk en complex. Dus overheid steek in deze ook de hand in eigen boezem.
- Is er meer kennis nodig? Waarvoor dan? Veel zaken worden door technologie overgenomen en dat betekent dat dezelfde technologie ons werk ook wat makkelijker maakt. We moeten weten hoe een systeem werkt, maar alle toeters en bellen daaromheen zoals beheer en onderhoud/reparatie laten we aan anderen over. Ieder zijn eigen vak. Informatie die niet meer wordt gebruikt of toegepast wordt gearchiveerd door onze hersenen. Verouderde vakkennis hoeft niet overgedragen te worden. Jongeren die nu de opleiding volgen, belasten we toch ook niet met informatie die niet meer relevant is. Dus ja, wel andere kennis en een andere manier van toepassen.
Hoe moeten wij de zorgsector dan behoeden voor de enorme tekorten? Ik onderzoek hoe ik met mijn achtergrond als psycholoog, onderwijskundige, docent en met 25 jaar werkervaring (ook ooit begeleider/verzorger verstandelijk gehandicapten) een maatschappelijke bijdrage kan leveren. Oh ja, ook nog een HBO diploma Maatschappelijke Begeleiding. Een switch naar de zorgsector als begeleider is zo gek nog niet. Ik ga op pad en praat met zorgbedrijven en diverse verzorgers van thuiszorginstellingen. Zie hieronder de uitkomsten:
- ik zal toch echt een MBO-2 diploma moeten verkrijgen dus kan ik solliciteren op een leer-werkplek BBL MBO-2 en als begeleider A (het laagste niveau) starten. Mmh…daarmee dus aangeven dat ik met al mijn opleidingen en kennis/kunde niet beschik over medische basiskennis, voedingsleer en veilig en hygiënisch werken. Ook moet ik werken aan mijn social skills zoals inlevingsvermogen. En met al mijn levenswijsheid en moeder van 2 volwassen kinderen zal ik toch ook moeten leren hoe huishoudelijke taken te verrichten en een werkplanning te maken. Dus ja begrip heb ik wel voor de in-service en MBO verpleegkundigen met hun 15-20 jaar praktijkervaring. En hoe pijnlijk het is om de verkorte HBO-V van 18 maanden te moeten volgen om straks hetzelfde werk te blijven doen wat ze daarvoor al deden. Ooit overwogen om voor deze in-service en MBO-V een EVC (elders verworven competentie) traject in gang zetten waarbij hun praktijkervaring op hetzelfde niveau als een HBO-V gewaardeerd wordt?
- Veel vrijwilligers geven aan dezelfde werkzaamheden te verrichten als de verzorgers in dienst. Bij de vraag waarom zij als vrijwilliger werken, is het antwoord dat ze niet over de juiste diploma’s beschikken en dat de zorginstelling niet de financiële middelen heeft om een leertraject aan te bieden. Hoe zit het dan met de subsidie voor scholing en opleiding? Dus even samengevat een vrijwilliger komt niet in dienst vanwege het ontbreken van het diploma, maar is wel goed om dezelfde taken te verrichten als de verzorger in dienst. Ik dacht dat de slavernij was afgeschaft!?
Vernieuwd takenprofiel hogere eisen aan opleidingsniveau? Ik verdiep mij in de diverse curricula van de MBO-2 tot HBO-V zorgopleidingen. Dit om na te gaan In hoeverre het vernieuwd competentie- en takenprofiel van verpleegkundigen daadwerkelijk hogere eisen stelt aan het opleidingsniveau? De term beroepsopleiding geeft al aan dat naast theoretische kennis het vak in de praktijk wordt geleerd. Net als bij een aantal andere beroepen is ook in de zorgsector sprake van een meester – gezel traject. Een wond verzorgen of een katheter inbrengen leer je niet uit een boekje. Praktijk is erg belangrijk want we hebben het wel over een mensenleven. Dit geldt ook voor een artsenopleiding. Na de medische studie wordt het beroep grotendeels nog 5 jaar lang in de praktijk geleerd.
Wat opvalt bij de opleiding van een MBO-2 is dat de theorie veel wet- en regelgeving en medische basiskennis behelst. Bij een instituut moet men zelf het urinewegstelsel kennen. Een onderdeel die ik bij mijn HBO opleiding kreeg. En dat allemaal voor een functie van Helper met huishoudelijke, begeleidende en organisatorische taken en GEEN verzorgende taken. Je ziet dus dat de opleidingslat al op het laagste niveau erg hoog wordt gelegd. Kortom opleidingseisen komen niet overeen met waar zorgbedrijven behoefte aan hebben. En aangezien zorgbedrijven de praktijkopleiders zijn zullen zij hun medewerkers ook conform hun behoefte opleiden. En dan is het niet gek dat er in opleidingenland niveaus niet meer overeenkomen. Een HBO niveau staat garant voor een bepaald werk- en denkniveau. Het is echter geen garantie dat je ook over bepaalde vaardigheden/ competenties beschikt. We vereren de ratio, maar waarvoor. In een tijdperk van snelle technologische ontwikkelingen waarin complexiteit van problemen toeneemt, worden er van mensen andere kwaliteiten gevraagd. Vakkennis (=IQ) alleen is al heel lang niet meer voldoende. Van belang zijn ook andere quotiënten zoals bijvoorbeeld EQ (Emotional Quotient) + LQ (Learning Quotient) + AQ (Adversity Quotient). Het traditioneel leren voldoet al lang niet meer. De samenleving verlangt dat we minder vanuit het hoofd leren en meer vanuit hart, buik en ziel.
Het HBO leent zich prima voor verdere specialisaties en onderzoekingen. Overheid richt voor diegenen die zich verder willen specialiseren daar ook specifieke opleidingen voor in. Niet alle HBO-ers willen zich met onderzoek bezighouden. Want als dat het geval is, wie houdt zich dan nog bezig met de verpleging/verzorging van de cliënt?
Overall kan dus geconcludeerd worden dat opleidingsinstituten meer baat hebben bij de BIG2 regelgeving. Als we begaand waren met het zorgpersoneel dan hadden we al jaren geleden iets kunnen doen aan de arbeidsbeleving en het beroep aantrekkelijker kunnen maken. We subsidiëren de opleidingsinstituten maar de zorgbedrijven die daadwerkelijk de arbeid leveren ontzorgen we niet!
Gepost LinkedIn op 22 augustus 2019
a-Dhoré, je partner in het creatief meedenken hoe je als organisatie loskomt van het traditionele leren en werken en meer waarde toevoegt aan de arbeidsbeleving van de medewerkers.